Woonvisie 2024-2030: Dorps wonen voor iedereen
Hoe zorgen we ervoor dat Midden-Delfland een aantrekkelijke gemeente met een goed voorzieningenniveau blijft, dat jongeren uit Midden-Delfland hun wooncarrière hier kunnen starten en er een goede doorstroming op gang komt? Hoe gaan we om met de uitdagingen op het gebied van wonen en zorg? Allemaal vragen die we beantwoorden in de ‘Woonvisie Midden-Delfland 2024 - 2030, met een doorkijk naar 2040’.
Het college heeft de nieuwe woonvisie vastgesteld en legt deze in mei ter besluitvorming voor aan de gemeenteraad. In de Woonvisie besteden we aandacht aan alle onderwerpen rondom wonen en omschrijven we onze ambities.
Wethouder Fred Voskamp: "Om prettig te kunnen wonen in Midden-Delfland is het belangrijk dat onze dorpen levendig blijven. We moeten bewuste keuzes maken over nieuwbouw en de bestaande woningen beter gebruiken om het aantal inwoners op peil te houden. We gaan zorgvuldig en stapsgewijs onze ruimtelijke uitdagingen aanpakken, met behoud van ons waardevolle landschap."
Participatie
De Woonvisie is tot stand gekomen op basis van een uitgebreid participatietraject. Inwoners van Midden-Delfland hebben het belangrijkste aandeel gehad bij het opstellen van de Woonvisie. We gebruikten hiervoor de participatie rondom de ontwikkeling van de nieuwe Toekomstvisie 2050.
We vroegen ook advies aan Wonen Midden-Delfland en andere maatschappelijke organisaties. De kennis van lokale makelaars hebben we benut, net als informatie uit lokale en regionale onderzoeken.
Totstandkoming Woonvisie
De uitwerking van de participatie en de verschillende onderzoeken en analyses hebben we gedeeld met de gemeenteraad. Op basis van een analyse van de huidige situatie en de woonwensen en behoeftes zijn zorgvuldig ambities verwoord. Deze zijn in de Woonvisie vertaald naar drie pijlers.
Pijler 1: Wonen voor iedereen
De gemeente Midden-Delfland wil een gemeente zijn waar iedereen kansen heeft op de woningmarkt en waar alle stappen in de wooncarrière gemaakt kunnen worden. We merken dat er voor starters, jonge gezinnen en ouderen minder kansen zijn en dat doorstroming lastig is. Daarom zetten we ons extra in voor deze doelgroepen. We sturen op voldoende betaalbare woningen, het bevorderen van doorstroming en huisvesting van aandachtsgroepen. We gebruiken een evenwichtig woningbouwprogramma, met voldoende variatie in type woning en prijscategorie. Hierbij is het uitgangspunt dat van de nieuw te bouwen woningen 30% sociale huur is, 30% betaalbaar (betaalbare koop en middenhuur) en 40% vrije sector.
Pijler 2: Toekomstbestendig wonen: duurzaam, levensloopbestendig en wonen met zorg
Om inwoners hun leven lang in Midden-Delfland te laten wonen, moet de woningvoorraad toekomstbestendig zijn. Dat vraagt om kwalitatief goede woningen waarin mensen langer zelfstandig kunnen (blijven) wonen, ook als er zorg nodig is. We willen speciale aandacht geven aan het realiseren van geclusterde woonvormen. We zien deze als een woonvorm tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis. Veel ouderen zoeken naar woonvormen waar ze met anderen kunnen samenwonen, aanspraak hebben en gezamenlijke activiteiten kunnen organiseren. Zo kan eenzaamheid worden tegengegaan en dragen we bij aan de gezondheid en vitaliteit van ouderen.
Pijler 3: Dorps wonen in het groen
Om ervoor te zorgen dat alle dorpen hun voorzieningen kunnen behouden willen we het huidige aantal inwoners in ieder dorp minimaal gelijk houden. Vanwege de vergrijzing en de kleinere gezinnen blijft nieuwbouw de komende jaren, ook na 2030, nodig om de dorpen vitaal te houden. Tot 2030 vraagt dit om de bouw van circa 60 woningen per jaar en na 2030 70 per jaar. We willen dorps wonen in het groen, met behoud van de unieke karakters van onze dorpen. Als de benodigde woningen na 2030 niet binnen de kernen te realiseren zijn, kan er verkennend onderzoek gedaan worden naar kleinschalige woningbouw buiten de kernen. Belangrijk is dat deze locaties het open groene landschap niet mogen aantasten. Grootschalige uitbreidingen zijn vanwege het bijzondere landschap en de beschermde status niet mogelijk en wenselijk.
Vervolg
Het college wil een breed gedragen visie presenteren aan de raad. In de visie sluiten we aan op de thema’s uit het coalitieakkoord en het addendum.
De verwachting is dat de raad de Woonvisie in de commissievergadering van 14 mei behandelt en besluitvorming plaatsvindt in de gemeenteraad van 28 mei.
De volgende stap is het vertalen naar een Actieplan Wonen waarin we een keuze maken welke instrumenten we gaan gebruiken om onze plannen te realiseren.